Een faillissement van je bedrijf is ontzettend vervelend, maar het hoeft niet altijd het einde van je bedrijf te betekenen. Soms is een doorstart na faillissement mogelijk. De gezonde bedrijfsonderdelen worden dan voortgezet of verkocht, terwijl de verliesgevende zaken achterblijven in de failliete onderneming.
Een doorstart maken nadat een bedrijf failliet is gegaan betekent dat een deel van het bedrijf door blijft gaan nadat het failliet is verklaard. De curator bekijkt dan of het bedrijf of een deel van het bedrijf door kan blijven draaien en verkoopt deze onderdelen.
De curator bepaalt of een doorstart na faillissement mogelijk is. Dit gebeurt tijdens de afkoelingsperiode, die door de rechter is vastgesteld. De afkoelingsperiode duurt maximaal 2 maanden en kan nog eens met 2 maanden verlengd worden. In deze periode kunnen schuldeisers geen geld of goederen eisen. Ondertussen onderzoekt de curator de financiële situatie van het bedrijf.
Soms kan een doorstart niet. Bijvoorbeeld als de doorstart de schuldeisers benadeelt. Een doorstart na faillissement is ook niet mogelijk als je als bestuurder aansprakelijk wordt gesteld voor het faillissement. Ook kan je te vroeg begonnen zijn met de doorstart. Als je dat hebt gedaan voordat je faillissement is uitgesproken, kunnen de belangen van de oude en de nieuwe onderneming in strijd met elkaar zijn.
Of een doorstart van je onderneming een optie is, hangt af van de rechtsvorm die je onderneming heeft. Eigenlijk is een doorstart alleen mogelijk als je een rechtspersoonlijke onderneming hebt, zoals een besloten vennootschap (bv) of een naamloze vennootschap (nv). Dat komt doordat bij het faillissement van een bv of nv alleen de rechtspersoon wordt getroffen. Kortweg: de bv gaat failliet, niet jij als bestuurder.
Heb je een rechtsvorm waarbij sprake is van een natuurlijke persoon? Dan is een doorstart vrijwel onmogelijk. Dat komt omdat je bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, zoals een eenmanszaak, ook met je privévermogen aansprakelijk bent en ook zelf failliet bent.
Om een doorstart te kunnen maken moet je verschillende stappen zetten. Hieronder lees je waar je allemaal aan moet denken en wat je moet doen.
De doorstart na een faillissement begint bij het opstellen van een doorstartplan. Hierin schrijf je welke delen (activa) je wil overkopen uit je failliete onderneming. Ook stel je vast hoe je deze wil betalen. Als je met de curator gaat onderhandelen, heb je dit doorstartplan nodig. Zorg daarom dat je goed op papier zet hoe je je bedrijf precies wil voortzetten.
Als je een doorstart wil maken heb je geld nodig. Je kunt hiervoor naar je bank of investeerder gaan, maar als hij ook schuldeiser is moet je op zoek naar een andere oplossing voor je financiering. Denk bijvoorbeeld aan geld lenen van familie of het opzetten van een crowdfunding.
Hoewel de curator tijdens het faillissement zoveel mogelijk schulden afbetaald, kan het zijn dat er nog schulden blijven bestaan. Schuldeisers kunnen dan na de doorstart alsnog hun schulden opeisen. Als het faillissement is geëindigd met een akkoord van de schuldeisers of de rechter (dit wordt een homologatie genoemd), kunnen de schuldeisers daarna niet meer aankloppen.
Als je alles op een rijtje hebt gezet kun je gaan onderhandelen met de curator. Hierbij bied je een geldbedrag voor de onderdelen (activa) van je bedrijf die je wil houden, zoals het klantenbestand, alle intellectuele eigendomsrechten, openstaande opdrachten, of inventaris en voorraden. Beschrijf ook per bod hoe je verder wil met je bedrijf.
Maar let op! Ook andere geïnteresseerden mogen een bod uitbrengen op je bedrijf. Zij krijgen van de curator hier een paar dagen of weken de tijd voor. Deze grens is gesteld zodat de onderneming niet onnodig waarde verliest.
Contracten bij een doorstart gaan niet altijd mee. Je bepaalt in principe zelf welke contracten je wil overnemen. Deze contracten maken deel uit van je bod.
Als je failliete onderneming personeel in dienst had, hoef je die bij de overgang van onderneming niet opnieuw aan te nemen. Je kan zelf beslissen wie na het faillissement een arbeidsovereenkomst krijgt en het voltallige personeel hoeft dus niet mee. Tijdens het faillissement worden de werknemers betaald door de loongarantie van het UWV.
Als je het personeel wel meeneemt, kan het weigeren van een contract bij een doorstart voor je werknemers wel gevolgen hebben. Bij het weigeren van een nieuwe positie kan dit gevolgen hebben voor de WW-uitkering.
Om een doorstart te maken heb je een andere rechtspersoon nodig. Als je die nog niet hebt, moet je een nieuwe rechtspersoon oprichten bij een notaris en je opnieuw inschrijven bij de KvK. Inschrijven kan bij elk kantoor van de KvK in Nederland. Hiervoor moet je digitaal een afspraak maken met je DigiD.
Als je onderhandelingen met de curator geslaagd zijn, wordt er een activa-transactie uitgevoerd. Dit is een vorm van bedrijfsovername waarbij specifieke activa worden overgenomen. De curator zet in deze activa-transactie welke onderdelen je van het bedrijf hebt gekocht. Deze onderdelen worden dan vanuit de failliete onderneming overgedragen aan jouw nieuwe rechtspersoon. De schulden blijven bij de failliete rechtspersoon. De schuldeisers kunnen dan niet bij de nieuwe onderneming aankloppen.
Nee, soms is een doorstart niet mogelijk. Een doorstart kan bijvoorbeeld niet als deze nadelen heeft voor de schuldeisers. Ook als je als bestuurder aansprakelijk wordt gesteld voor het faillissement is een doorstart niet mogelijk. Ten derde kun je te vroeg zijn begonnen met het maken van een doorstart. De belangen van het nieuwe en oude bedrijf kunnen dan in strijd met elkaar zijn.
Nee, dat hoeft niet. De curator bekijkt of het hele bedrijf of een deel ervan door kan blijven draaien. Op deze manier kunnen de succesvolle delen behouden blijven en de minder succesvolle delen stoppen.
Nee, dat hoeft niet. Je mag zelf bepalen wie je wel en niet in dienst neemt na de overname. Tijdens het faillissement worden personeelsleden betaald door de loongarantie van het UWV.
Het is minder gebruikelijk, maar je kunt een doorstart maken zonder failliet te gaan. Dit vraagt wel om een flinke reorganisatie of herstructurering, met mogelijk ontslag van het personeel en de verkoop van (overtollige) bedrijfsonderdelen. Een andere manier om een doorstart te maken is het overhevelen van de gezonde bedrijfsonderdelen naar een nieuwe rechtspersoon, de zogenaamde sterfhuisconstructie.