Als een ondernemer werknemers in loondienst heeft, moet hij belastingen inhouden op het loon van de werknemer. Dit wordt loonbelasting genoemd. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting van de werknemer. Maar wat is loonbelasting nou precies? En wie moet de loonbelasting betalen aan de Belastingdienst?
Loonbelasting is een directe belasting die geheven wordt over het loon van werknemers. De loonbelasting is een onderdeel van de loonheffingen en wordt vooraf geheven. De werkgever draagt de loonbelasting namens de werknemer af aan de Belastingdienst. Hierdoor hoeft de werknemer minder of geen inkomstenbelasting af te dragen.
We maken onderscheid tussen directe belasting en indirecte belasting. Als de belastingplichtige de belasting zelf betaalt, noemen we dit directe belasting. Directe belasting wordt geheven van inhoudingsplichtigen, werknemers, artiesten, buitenlandse gezelschappen en beroepssporters.
Een voorbeeld van directe belasting is inkomstenbelasting. Je doet als belastingplichtige zelf de aangifte en betaalt zelf de verschuldigde belasting aan de Belastingdienst.
Indirecte belasting is belasting die de belastingplichtige niet zelf betaalt, maar die door een ander wordt betaald. Een voorbeeld van indirecte belasting is omzetbelasting. Ondernemers doen aangifte omzetbelasting en dragen de omzetbelasting af aan de Belastingdienst. Maar de ondernemer betaalt de belasting niet zelf. De belasting wordt namelijk bij de consument in rekening gebracht. Die betaalt dus de omzetbelasting.
De werknemer moet de loonbelasting aan de werkgever afdragen. De werkgever betaalt dit dan weer aan de Belastingdienst. Op het moment dat de werkgever een werknemer in dienst neemt, spreekt hij een brutosalaris af met de werknemer. Op basis van het bruto jaarinkomen dient de werkgever een bepaald bedrag aan loonbelasting in te houden. Dit trekt hij af van het brutosalaris om tot het nettosalaris te komen. De ingehouden loonbelasting dient de werkgever over te maken aan Belastingdienst, nadat hij aangifte heeft gedaan. Je betaalt als werknemer dus indirect de loonbelasting aan de Belastingdienst via de werkgever.
Als er te laat of te weinig loonheffingen door de werkgever zijn afgedragen, kan de Belastingdienst het bedrag alsnog heffen door er een naheffingsaanslag op te leggen en een boete te geven. Die boetes kunnen hoog oplopen. De werkgever is verantwoordelijk voor het tijdig afdragen van loonbelasting. Wanneer dat niet gebeurt, moet de werkgever het bedrag van de naheffing en boete betalen. Als de werkgever het niet eens is met de naheffingsaanslag, kan hij daarop bezwaar maken.
Je bent als werkgever verplicht om loonbelasting in te houden en af te dragen. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting van de werknemer. De werkgever betaalt de belasting alvast namens de werknemer. Dit is zo geregeld zodat de werknemer bij de jaarlijkse belastingaangifte niet in één keer een heel hoog bedrag moet betalen.
Op het moment dat een werkgever loon uitbetaalt, moet hij daar loonheffingen op inhouden. Een werkgever is inhoudingsplichtige. Hij is namelijk verplicht om de loonbelasting en premies bij zijn werknemers in te houden en die vervolgens weer afdragen aan de Belastingdienst. De loonheffingen worden in één bedrag aan de Belastingdienst afgedragen.
Naast de loonbelasting worden er premie volksverzekeringen ingehouden op het loon van de werknemer. Volksverzekeringen zijn verzekeringen die mensen verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom, overlijden of het afhankelijk zijn van intensieve zorg. Wie hiermee te maken krijgt, kan terugvallen op de volksverzekeringen.
Iedereen die in Nederland woont, is verplicht voor de volksverzekeringen verzekerd. Wie werkt, betaalt hiervoor een premie. Mensen die geen inkomen hebben hoeven geen premie te betalen. Afhankelijk van de reden waarom ze geen inkomen hebben, zijn ze wel verzekerd. Een werkgever moet de premies namens de werknemers afdragen. Dat doet hij voor drie volksverzekeringen, namelijk de Algemeen ouderdomswet (AOW), Algemeen nabestaandenwet (Anw) en de Wet langdurige zorg (Wlz).
Ook worden er premies werknemersverzekeringen ingehouden op het loon van de werknemer. Werknemersverzekeringen zijn wettelijk verplichte sociale verzekeringen die mensen verzekeren tegen de financiële gevolgen van ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Wie hiermee te maken krijgt, kan terugvallen op de werknemersverzekeringen. De werkgever betaalt per werknemer een premie voor vier werknemersverzekeringen: Ziektewet (ZW), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Werkloosheidswet (WW). Die verplichting geldt alleen voor mensen die in loondienst werken.
De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is een bijdrage die een werkgever voor de werknemer betaalt voor de zorgverzekering. De werkgever houdt deze bijdrage in op het loon van de werknemer om vervolgens af te dragen aan de Belastingdienst. De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet is onderdeel van de verplichte loonheffingen die de werkgever aan de Belastingdienst moet afdragen.
De bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) geldt alleen voor mensen met een inkomen. Dat kan een salaris in loondienst zijn, maar ook een WW-uitkering of winst uit onderneming. Mensen met een hoger inkomen moeten meer bijdragen, mensen met een lager inkomen hoeven minder bij te dragen.
Er zijn een aantal situaties waarin je als werknemer zelf de bijdrage Zvw betaalt. Bijvoorbeeld als je zzp’er bent, de AOW-leeftijd hebt bereikt of alimentatie ontvangt.
Je kan de loonbelasting berekenen aan de hand van belastingtarieven. De hoeveelheid loonbelasting en premie volksverzekeringen die een werkgever moet inhouden, is berust op het schijventarief voor de inkomstenbelasting. Ieder jaar kunnen de tarieven en schijven veranderen.
Via de website van de Belastingdienst kan je de tabellen van de loonbelasting van het huidige jaar en de afgelopen vijf jaar bekijken. In een tabel kan de werkgever aan de hand van het loon en de leeftijd van zijn werknemer zien hoeveel loonbelasting hij moet inhouden en moet afdragen aan de Belastingdienst. Deze zijn te vinden op de website van de Belastingdienst.
Belastingschijf | Inkomen | Percentage belasting |
---|---|---|
Eerste schijf | Tot € 75.518 | 36,97% |
Tweede schijf | Vanaf € 75.518 | 49,5% |
Arbeidskorting is een heffingskorting die wordt toegepast bij mensen die recht hebben op de arbeidskorting als ze loon, winst uit een onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden hebben. In de loonbelastingtabel staat ook de arbeidskorting die moet worden verrekend. Deze korting is afhankelijk van het loon en de leeftijd van de werknemer.
Loonheffing bestaat uit de loonbelasting en de premie volksverzekeringen. De loonheffing wordt berekend op basis van een schijventarief. Er bestaan 2 schijven voor de inkomstenbelasting. De eerste schijf gaat tot en met een salaris van € 75.518. De tweede schijf gaat vanaf een salaris van € 75.519 of hoger. Vanaf een salaris van € 40.021 berekent de werkgever alleen de loonbelasting. De actuele loonbelastingtabellen, die op de website van de Belastingdienst staan, kunnen helpen om de loonheffingen te berekenen
Als een werkgever de loonadministratie te ingewikkeld vindt, kan hij het bijvoorbeeld aan een salarisadministrateur uitbesteden. Een salarisadministrateur heeft een goede kennis om de loonadministratie vakkundig uit te voeren. Ze kunnen kijken of de werkgever in aanmerking komt voor korting op de afdrachtvermindering.
Daarnaast kan je gebruikmaken van boekhoudprogramma’s om de premies automatisch te laten berekenen. Daarbij is het wel belangrijk dat de software up-to-date is en dat het boekhoudprogramma de juiste tarieven toepast.
Op zoek naar de mogelijkheden om efficiënter te werken door middel van een boekhoudprogramma? Vergelijk alle pakketten.
Vergelijk zelfLoonheffingskorting is een korting op de loonbelasting voor werknemers. Hierdoor hoeft een werknemer minder belasting te betalen over zijn salaris. Alle werknemers in Nederland hebben recht op loonheffingskorting.
Met een formulier loonheffingskorting kan een werknemer zelf via zijn werkgever een verzoek indienen voor loonheffingskorting. De loonheffingskorting kan dan worden toegepast op de loonheffingen die de werkgever aftrekt van het brutoloon. Zo houdt de werknemer meer nettoloon over. Het formulier loonheffingskorting is te vinden op de website van de Belastingdienst.
Een werkgever kan op de loonbelasting besparen of slim gebruikmaken van belastingtechnische mogelijkheden om zijn werknemers belastingvrij te belonen. Dit kan via de werkkostenregeling en subsidies.
Een werkgever hoeft over veel uitgaven voor het personeel, geen loonbelasting te betalen. Denk hierbij aan vergoedingen aan werknemers, cadeaus en investeringen in werkmiddelen. Deze uitgaven vallen onder de werkkostenregeling (WKR), mits ze binnen de vrije ruimte vallen.
De vrije ruimte is het percentage van het totale fiscale loon dat een werkgever mag besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor zijn werknemers. Over het bedrag boven de vrije ruimte moet je als werkgever loonbelasting betalen in de vorm van een eindheffing van 80%. De vrije ruimte is in 2024 1,92% over de eerste € 400.000 van de totale loonsom van het personeel. Daarboven geldt een percentage van 1,18%.
Voor bepaalde werknemers kan een werkgever een subsidie of loonkostenvoordeel krijgen. Bijvoorbeeld bij ouderen en arbeidsgehandicapten. Dit zijn meestal aftrekposten voor de loonbelasting. Daarmee kunnen werkgevers via de aangiftes flink wat geld besparen en zo de totale personeelskosten omlaag brengen.
Alle werknemers in Nederland moeten loonbelasting betalen. De werknemer moet de loonbelasting aan de werkgever afdragen. De werkgever betaalt dit dan weer aan de Belastingdienst. De werknemer betaalt dus indirect de loonbelasting aan de Belastingdienst via de werkgever.
Belastingschijf – Inkomen – Percentage belasting
Eerste schijf – Tot € 75.518 – 36,97%
Tweede schijf – Vanaf € 75.518 – 49,5%
Hoeveel loonheffing een werknemer moet betalen, ligt aan de hoeveelheid salaris en de leeftijd van de werknemer. De loonheffing van 2023 wordt berekend op basis van een schijventarief. Er bestaan 2 schijven voor de inkomstenbelasting. De eerste schijf gaat tot en met een salaris van € 73.031. De tweede schijf gaat vanaf een salaris van € 73.032 of hoger. Vanaf een salaris van € 37.149 berekent de werkgever alleen de loonbelasting. Om de loonheffing te berekenen, moet je gebruikmaken van de actuele loonbelastingtabellen. Deze zijn te vinden op de website van de Belastingdienst.
Loonheffing wordt berekend op basis van een schijventarief. Er zijn twee schijven voor de inkomstenbelasting. De eerste schijf gaat tot en met een salaris van € 75.518. De tweede schijf gaat vanaf een salaris van € 75.519. Vanaf een salaris van € 40.021 berekent de werkgever alleen loonbelasting. De actuele loonbelastingtabellen zijn te vinden op de website van de Belastingdienst.