Als ondernemer is het verplicht om omzetbelasting aan de Belastingdienst te betalen. Dat is belasting die ondernemers afdragen over de omzet van het bedrijf. Maar wat is omzetbelasting voor ondernemers? En hoe doet een ondernemer eigenlijk aangifte?
Bijna elke ondernemer moet omzetbelasting betalen. Omzetbelasting, ook wel belasting toegevoegde waarde (btw) genoemd, is belasting die ondernemers meestal elk kwartaal afdragen over de omzet van hun bedrijf. Als een onderneming btw in rekening brengt bij klanten of opdrachtgevers, moet een ondernemer dit ook weer afdragen aan de Belastingdienst. Dit doet hij door middel van aangifte omzetbelasting. Btw valt daardoor niet onder de omzet, want de ondernemer mag het niet zelf houden. Daarom is het verstandig om hier als ondernemer op voorhand rekening mee te houden.
Voordat een ondernemer btw-aangifte doet, moet hij weten of hij ondernemer voor de btw is. Het heeft namelijk gevolgen voor de manier waarop ondernemers aangifte omzetbelasting invullen. Niet elke ondernemer is btw-plichtig. Zelfs bij een KvK-inschrijving wil het niet altijd zeggen dat een ondernemer een ondernemer is voor de btw. Om te beoordelen of een ondernemer ook ondernemer voor de btw is, zijn er een aantal punten waar de Belastingdienst op let:
Let op: Een ondernemer voor de btw is niet altijd ondernemer voor de inkomstenbelasting. Dit komt omdat daar meer voorwaarden aan verbonden zitten.
Dit zijn de deadlines voor de aangifte omzetbelasting in 2022:
1e kwartaal 2022 | 30 april 2022 |
2e kwartaal 2022 | 31 juli 2022 |
3e kwartaal 2022 | 31 oktober 2022 |
4e kwartaal 2022 | 31 januari 2023 |
Dit zijn de deadlines voor de aangifte omzetbelasting in 2023:
1e kwartaal 2023 | 30 april 2023 |
2e kwartaal 2023 | 31 juli 2023 |
3e kwartaal 2023 | 31 oktober 2023 |
4e kwartaal 2023 | 31 januari 2024 |
Let op: Indien er jaarlijks btw-aangifte wordt ingediend, moet dit voor 31 maart van het nieuwe jaar gedaan worden.
Voordat een ondernemer aangifte omzetbelasting doet, moet de ondernemer zijn omzetbelasting berekenen. Als een ondernemer producten of diensten levert, zal hij bij klanten of opdrachtgevers btw in rekening brengen. Dit moet worden afgedragen aan de Belastingdienst. Het bedrag dat een ondernemer aan omzetbelasting moet betalen ligt aan de hoeveelheid btw die hij bij klanten in rekening heeft gebracht.
Er zijn verschillende btw-tarieven. Het standaard btw-tarief is 21%. Hieronder vallen de meeste producten en diensten.
Het verlaagde btw-tarief is 9%. Dit tarief geldt alleen voor goederen en diensten die afhankelijk zijn van politieke keuzes. Dat zijn goederen en diensten waarvan de overheid het belangrijk vindt dat iedereen er gebruik van kan maken. Bijvoorbeeld voedingsmiddelen, geneesmiddelen, fietsreparatie of een knipbeurt bij de kapper. De overheid kiest dit tarief soms ook voor producten en diensten waarvan ze de aanschaf willen stimuleren.
Het laagste btw-tarief is 0%. Dit btw-tarief komt alleen voor als de ondernemer goederen exporteert of plaatselijke diensten levert. Met die verschillende tarieven kan de ondernemer zijn btw berekenen over zijn goederen en diensten.
Voorbeeld
Een ondernemer koopt goederen in voor een kostprijs van € 50,00 per stuk. Hij heeft een winstmarge van 100%. Dit betekent dat de goederen € 100 per stuk (exclusief btw) gaan kosten. De verkoopprijs van de goederen bedraagt dus € 100 + 21% btw. Het netto ontvangen bedrag bedraagt dus € 121. Het btw-bedrag is € 21,00. Deze € 21,00 euro moet hij afdragen aan de Belastingdienst.
Alle btw-bedragen die een onderneming in rekening brengt bij zijn klanten en opdrachtgevers telt de ondernemer bij elkaar op.
Tip: Het is handig om als ondernemer dit geld direct apart te zetten.
Als een ondernemer uitgaven doet voor zijn onderneming, mag hij daar de btw over aftrekken. Dit heet aftrekken als voorbelasting. Een ondernemer heeft alleen recht op aftrek van bepaalde btw als hij ook afnemer van de daad is. De afnemer is diegene waarvan de naam op de factuur staat.
Een ondernemer kan btw aftrekken over:
In de administratie houdt de ondernemer bij hoeveel btw hij bijvoorbeeld heeft berekend aan klanten en hoeveel hij heeft betaald aan leveranciers. De btw die hij heeft betaald aan leveranciers, mag de ondernemer in mindering brengen of terugvorderen van de Belastingdienst. De ondernemer berekent de aftrek op basis van elk factuur die hij in een aangiftetijdvlak heeft ontvangen. Het bedrag dat over is, is de btw die een ondernemer moet betalen. In een situatie waarin een ondernemer meer btw mag terugvorderen dan hij hoeft te betalen, ontstaat er een vordering omzetbelasting aan het einde van het jaar.
Ondernemers doen eens per maand, kwartaal of jaar btw-aangifte. De meeste ondernemers doen per kwartaal btw-aangifte. Alleen als een ondernemer minder dan € 1.883 aan btw per jaar betaalt, mag hij ieder jaar aangifte doen.
Om aangifte omzetbelasting te doen, moet een ondernemer de financiën goed op orde hebben. In de administratie staat bijvoorbeeld hoeveel btw hij heeft berekend aan klanten en hoeveel btw hij heeft betaald aan leveranciers. Deze cijfers zijn nodig om een aangifte omzetbelasting berekenen.
Met een boekhoudprogramma kan een ondernemer makkelijker aangifte omzetbelasting doen. Er zijn verschillende boekhoudprogramma’s waarmee een ondernemer eenvoudig btw-aangifte kan doen. Een ondernemer is namelijk verplicht om een boekhouding bij te houden. De producten en diensten die een ondernemer verkoopt, verwerkt hij in een boekhoudprogramma. De ondernemer maakt een balans van inkomsten en uitgaven. Daarbij geeft de ondernemer aan om welke bedragen het gaat en welk btw-tarief van toepassing is. Het boekhoudprogramma trekt daarbij automatisch de voorbelasting van de af te dragen btw af. De btw-aangifte wordt dus automatisch voor hem opgesteld. De ondernemer kan de btw-aangifte elk kwartaal direct vanuit de boekhouding naar de Belastingdienst verzenden. Inloggen is hierbij niet nodig.
Een ondernemer doet elk kwartaal aangifte omzetbelasting op de website van de Belastingdienst. Een ondernemer kan zijn eerste aangifte digitaal of per post versturen, maar de volgende aangiftes zijn altijd digitaal. De ondernemer kan met zijn DigiD of eHerkenning inloggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk. De ondernemer doet btw-aangifte met het formulier ‘OB-aangifte’. In de aangifte vermeldt de ondernemer de btw die hij heeft berekend aan zijn klanten en de btw die zijn leveranciers in rekening hebben gebracht. Vervolgens kan de aangifte worden verstuurd.
Een suppletieaangifte is een belastingaangifte waarmee een ondernemer kan aangeven dat hij een onjuiste aangifte heeft gedaan. In een situatie waarin er te weinig btw is afgedragen kan een ondernemer bij een suppletie omzetbelasting zijn btw-aangiftes corrigeren. Zo kan een ondernemer een naheffingsaanslag voorkomen. Na een suppletieaangifte dient een ondernemer wel tijdig de verschuldigde btw te betalen. Als de ondernemer zijn verschuldigde btw niet op tijd heeft betaald, kan hij een verzuimboete krijgen. Die boete bedraagt 5% van de niet betaalde btw. Hier kan een ondernemer dan weer bezwaar tegen maken. Als een ondernemer te veel btw heeft betaald, kan hij die btw terugvragen.
Een suppletieaangifte kan een ondernemer zowel digitaal als schriftelijk indienen. Zodra de ondernemer een fout ontdekt, kan hij dat direct doorgeven. Bij correcties van minder dan duizend euro omzetbelasting hoeft de ondernemer geen suppletieaangifte in te dienen. Dit mag de ondernemer bij zijn eerstvolgende btw-aangifte verrekenen.
Wanneer een ondernemer ook ondernemer voor omzetbelasting is, ontvangt de ondernemer automatisch een Btw-nummer. Dit is het bewijs dat een ondernemer een ondernemer voor de omzetbelasting is. Voor aangifte omzetbelasting is altijd een Btw-nummer nodig. Met het btw-nummer communiceert een ondernemer met de Belastingdienst. Bijvoorbeeld als een ondernemer een brief schrijft aan de Belastingdienst of de BelastingTelefoon belt.
Een Btw-identificatienummer (Btw-ID) is een uniek nummer. Deze krijgt een ondernemer van de Belastingdienst als hij ondernemer voor de btw is. Het Btw-ID gebruikt de ondernemer om te communiceren met klanten. Hier zit namelijk niet het Burgerservicenummer (BSN) van de ondernemer in verwerkt. Hierdoor is de privacy van de ondernemer beter beschermd. Een voorbeeld van een Btw-ID is NL 123456789B01. Het btw-ID van een bedrijf staat altijd op verzonden en ontvangen facturen.
Sommige kleine ondernemers verdienen niet meer dan € 20.000 per kalenderjaar. In bepaalde gevallen is de kleineondernemingsregeling (KOR) dan van toepassing. De KOR is een vrijstelling voor btw. Met de KOR zijn kleine ondernemingen vrijgesteld van de btw-aangifte. De KOR is er voor eenmanszaken, combinaties van natuurlijke personen (bijvoorbeeld een vennootschap onder firma) en voor rechtspersonen (bijvoorbeeld een besloten vennootschap).
Een ondernemer kan in aanmerking komen voor de KOR als hij voldoet aan drie voorwaarden:
De omzet van een ondernemer mag niet meer dan € 20.000 per kalenderjaar zijn. Als een ondernemer nog niet deelneemt aan de KOR en btw berekent over de goederen en diensten, dan telt deze btw niet mee in de omzet. De omzet is dan het totaal aantal betaalde bedragen van klanten zonder de btw. Als een ondernemer al wel deelneemt aan de KOR, dan mag de ondernemer geen btw in rekening brengen bij klanten. De omzet is dan het totaal van alle betaalde bedragen die de ondernemer aan de klant berekent.
Een ondernemer doet digitaal aangifte omzetbelasting op de website van de Belastingdienst. De ondernemer kan met zijn DigiD of eHerkenning inloggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk. De ondernemer doet btw-aangifte met het formulier ‘OB-aangifte’. In de aangifte vermeldt de ondernemer de btw die hij heeft berekend aan zijn klanten en de btw die leveranciers aan hem hebben berekend. Vervolgens kan de aangifte worden verstuurd.
Het bedrag dat een ondernemer aan omzetbelasting moet betalen ligt aan de hoeveelheid btw die hij bij klanten in rekening heeft gebracht en de inkopen, kosten en investeringen van het bedrijf.
Voordat een ondernemer aangifte omzetbelasting doet, moet de ondernemer zijn omzetbelasting berekenen.
Er zijn verschillende btw-tarieven die een ondernemer kan rekenen op zijn producten en diensten. (Het standaard btw-tarief is 21%.) Met die btw-tarieven kan de ondernemer zijn btw berekenen over zijn goederen en diensten. Alle btw-bedragen die een onderneming in rekening brengt bij zijn klanten en opdrachtgevers telt de ondernemer bij elkaar op.
In de administratie houdt de ondernemer bij hoeveel btw hij bijvoorbeeld heeft berekend aan klanten en hoeveel btw hij heeft betaald aan leveranciers. De btw die hij heeft betaald aan leveranciers mag de ondernemer in mindering brengen. Dit heet aftrekken als voorbelasting. De ondernemer berekent de aftrek op basis van de ontvangen facturen die hij in een aangiftetijdvlak heeft gekregen. Het bedrag dat overblijft, is het totale bedrag aan btw die een ondernemer moet betalen of terugkrijgt.
Een ondernemer is vrijgesteld van omzetbelasting wanneer hij meedoet aan de kleineondernemersregeling (KOR). Met de KOR hoeven kleine ondernemingen geen btw-aangifte te doen. Een ondernemer moet dan geen omzet hoger dan € 20.000 hebben. Daarnaast moet de ondernemer gevestigd zijn in Nederland en ondernemer voor de btw zijn.