Belastingschijven 2025
Iedereen in Nederland moet belasting betalen over het inkomen. Als ondernemer voor de inkomstenbelasting doe je dit tijdens de jaarlijkse aangifte. Hoeveel belasting je moet afdragen, wordt bepaald aan de hand van belastingschijven en -tarieven. Deze worden ieder jaar herzien en gewijzigd. In dit artikel behandelen we de belastingtarieven en -schijven voor 2025 en leggen we uit wat deze voor jou als ondernemer betekenen.
Hoe werken belastingschijven in Nederland?
Ieder jaar wordt door de Nederlandse overheid bepaalt hoe de belasting voor het komende jaar wordt geregeld. De belastingschijven en tarieven bepalen hoeveel belasting inkomensgroepen moeten betalen. Voor mensen in loondienst wordt de belasting al op de loonstrook ingehouden. Ondernemers voor de inkomstenbelasting moeten dit regelen via de jaarlijkse aangifte. Je betaalt dan belasting over het inkomen dat je in het afgelopen jaar hebt verdiend.
Hoeveel belasting je betaalt, hangt af van de hoogte van je belastbare inkomen. In 2025 wordt dit berekend aan de hand van drie belastingschijven en -tarieven in box 1: belastbaar inkomen uit werk en wonen. Iedere schijf kent een hoger tarief dan de voorgaande. Over het deel van jouw inkomen dat in de eerste schijf valt, betaal je het tarief van de eerste schijf. Valt een deel van jouw inkomen daarboven? Dan betaal je over dat deel een hoger tarief. Hoe hoger je inkomen, hoe meer belasting je dus betaalt. Ondernemers met een hoger inkomen betalen daardoor meer belasting.
Nederland heeft een progressief belastingstelsel. Dit betekent dat mensen met een hoger inkomen meer belasting moeten betalen dan mensen met een lager inkomen.
Het volledige Nederlandse belastingstelsel voor de inkomstenbelasting bestaat uit drie boxen. Naast box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning zijn er dus nog twee boxen. Box 2 gaat over het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang. In box 3 betaal je belasting over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.
Ontvang de nieuwsbrief van Onderneming.nl.
Belastingtarieven in 2025
Hieronder bespreken we alle belastingtarieven en -schijven voor 2025. Deze zijn gewijzigd ten opzichte van 2024. Om goed op de hoogte te blijven, is het dan ook essentieel dat iedere ondernemer voor de inkomstenbelasting deze doorneemt.
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
Ondernemers voor de inkomstenbelasting betalen in box 1 belasting over hun inkomen uit werk en woning. Voorbeelden van inkomen uit werk zijn:
- Loon
- Fooi
- Winst (= omzet – (uitgaven + aftrekposten))
- Uitkering
- Pensioen
- Lijfrente
- Alimentatie
- Buitenlandse inkomsten
- Inkomsten als freelancer, gastouder, artiest of beroepssporter
Bezit je een eigen woning? Dan vallen de inkomsten en de betaalde hypotheekrentes onder ‘inkomen uit woning’.
Belastingtarieven box 1 voor 2025
Sinds 2020 bestaat box 1 uit twee belastingschalen. In 2025 wordt box 1 voor het eerst opgedeeld in drie schijven. Over het eerste deel van een inkomen wordt daardoor minder belasting geheven.
In 2025 is box 1 opgedeeld in drie schijven. In 2024 waren er nog twee schijven. Toen betaalden ondernemers 36,97% over hun inkomen tot € 75.518. Daarboven gold een tarief van 49,50%. Nu wordt er dus gewerkt met drie belastingschalen.
De eerste belastingschijf loopt tot een belastbaar inkomen tot € 38.441. Voor deze schijf geldt een belastingtarief van 35,82%. Schijf 2 is voor inkomens tussen de € 38.441 en € 76.817. Daarvoor geldt een tarief van 37,48%. Ten slotte is er schijf 3 voor inkomens hoger dan € 76.817. Over inkomens binnen deze schijf wordt 49,50% belasting geheven, net als in voorgaande jaren.
Er geldt een aangepast tarief voor ondernemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt, zie ‘Belastingschijven in 2025 ouder dan AOW-leeftijd’. De AOW-leeftijd is in 2025 67 jaar.
In 2025 zien de belastingschalen en -tarieven voor ondernemers die de AOW-leeftijd nog niet hebben behaald er in box 1 als volgt uit:
| Belastingschijven | Inkomen | Het te betalen percentage belasting |
|---|---|---|
| Schijf 1 | Inkomen tot € 38.441 | 35,82% |
| Schijf 2 | Inkomen van € 38.441 tot € 76.817 | 37,48% |
| Schijf 3 | Inkomen hoger dan € 76.817 | 49,50% |
Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)
Iedereen in Nederland betaalt inkomensafhankelijke bijdrage (IAB), die bestaat uit een bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zwv) en Wet langdurige zorg (Wlz). Ondernemers dragen de verplichte premie voor de IAB zelf af, voor mensen in loondienst wordt die automatisch ingehouden.
De IAB wordt berekend op basis van het inkomen dat iemand heeft. Denk hierbij aan het salaris, pensioen of een uitkering. Hoeveel iemand exact moet betalen, hangt af van drie zaken:
- Het soort inkomen dat iemand heeft (salaris, pensioen, uitkering, etc.)
- De hoogte van dat inkomen in euro’s
- Het grensinkomen (de zogeheten maximum-bijdrage-inkomen)
Voor de Zwv geldt in 2025 een maximum-bijdrage-inkomen van € 75.860. De bijbehorende premie hangt af van de persoonlijke situatie, dus het soort inkomen dat iemand heeft. Voor de Wlz-bijdrage geldt een vaste premie van 9,65% in 2025. Deze premie wordt betaald tot een inkomen van € 38.441 in 2025. Dit staat gelijk aan de inkomensgrens van schijf 1 in box 1.
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Wie inkomen uit aanmerkelijk belang heeft, betaalt daar belasting over in box 2. Er is sprake van aanmerkelijk belang als je direct of indirect minstens 5,0% van de aandelen, winstbewijzen, genotsrechten of stemrechten in een vennootschap hebt, of minstens 5,0% van het stemrecht in een coöperatie of coöperatieve vereniging bezit. Voor box 2 gaat het dus om inkomsten in de vorm van dividend en indirecte belangen.
Zzp’ers met een partner moeten voor box 2 het belang van beide partners bij elkaar optellen
In 2025 wordt de inkomensgrens aangepast. Schijf 1 geldt dan voor een inkomen tot € 67.804 en schijf 2 voor een inkomen hoger dan dat. Ook is het belastingtarief voor schijf 2 aangepast. In 2024 was het tarief 33,0% over inkomens hoger dan € 76.804. In 2025 gaat dit tarief met 2,0% omlaag naar 31,0%. Doordat de grens verhoogd is en het belastingtarief verlaagd, kom je in 2025 minder snel in schijf 2 uit en betaal je in die schijf minder belasting.
| Belastingschijven | Inkomen | Het te betalen percentage belasting |
|---|---|---|
| Schijf 1 | Inkomen tot €67.804 | 24,5% |
| Schijf 2 | Inkomen hoger dan €67.804 | 31,0% |
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
In box 3 wordt belasting geheven over het inkomen uit sparen en beleggen. Dit wordt ook wel belasting op vermogen genoemd, oftewel vermogensbelasting. Over hun spaartegoeden en beleggingen ontvangen mensen doorgaans inkomsten, denk aan rente op spaargeld en rendement uit beleggingen. Over deze inkomsten moeten mensen vanaf een bepaalde vermogensgrens belasting betalen.
Het inkomen uit sparen en beleggen wordt gevormd door een aantal bezittingen, zoals:
- Het geld dat op je betaal- en spaarrekeningen staat. Alleen de privérekeningen tellen hiervoor mee. Het saldo op zakelijke rekeningen wordt niet meegerekend.
- Alle beleggingen, obligaties, winstbewijzen en crypto die je bezit
- Een tweede woning die je bezit
Sommige schulden kunnen tot een bepaalde grens van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen worden afgetrokken.
Hoeveel belasting betalen in box 3?
Voor het heffen van belasting wordt er gewerkt met een fictief rendement (forfaitair rendement). Er wordt onderscheid gemaakt tussen de rendementen voor banktegoeden, beleggingen en andere bezittingen, en schulden. Voor 2025 zijn dit de bijbehorende fictieve rendementspercentages:
- Banktegoeden: 1,44%
- Beleggingen en andere bezittingen: 5,88%
- Schulden: 2,62%
Over deze fictieve rendementen wordt in 2025 net als in 2024 36% belasting geheven over het vermogen boven de vermogensgrens. Deze grens staat vast op € 57.684 voor 2025, zie ‘Heffingsvrij vermogen’. In 2025 is het belastingtarief dus niet veranderd ten opzichte van 2024, maar de vermogensgrens is wel verlegd. Deze was in 2024 € 57.000.
Werkelijk rendement box 3
Op dit moment wordt er in box 3 belasting geheven aan de hand van een fictief rendement. Volgens de Hoge Raad moet de Belastingdienst het werkelijk behaalde rendement behalen als dit rendement lager ligt dan het fictief rendement. In 2025 worden geen veranderingen doorgevoerd. De Belastingdienst werkt nog steeds met een fictief rendement, dat dicht bij de werkelijke rendementspercentages hoort te liggen.
Heffingsvrij vermogen
Iedereen mag tot een bepaald bedrag sparen of beleggen zonder daarover belasting te betalen. Dit is het heffingsvrij vermogen. In 2025 is het heffingsvrij vermogen € 57.684. In 2024 was dit nog € 57.000. De vermogensgrens is dus verhoogd, waardoor je in 2025 meer vermogen mag opbouwen zonder daar belasting over te betalen. Zodra je vermogen boven deze grens uitkomst, moet je belasting in box 3 betalen over dat deel dat boven € 57.684 uitkomt.
Heffingskortingen
In Nederland komen bepaalde personen met bepaalde inkomens in aanmerking voor heffingskortingen. Dit zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Je betaalt hierdoor minder belasting en premies. Niet iedereen kan deze heffingskortingen toepassen. Wie van welke korting gebruik kan maken, leggen we hieronder uit.
Algemene heffingskorting (AHK)
De algemene heffingskorting is een korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Deze korting wordt van de te betalen belasting afgetrokken, waardoor je minder belasting en premies betaalt. Iedere Nederlander heeft hier recht op, maar niet iedereen krijgt evenveel korting. De hoogte van de heffingskorting hangt af van je leeftijd en of je het hele jaar in Nederland hebt gewoond.
De maximale algemene heffingskorting is in 2025 verlaagd ten opzichte van 2024. In 2025 is de maximale AHK € 3.068 (€ 3.362 in 2024). Daarnaast is de hoogte van de algemene heffingskorting nu niet meer afhankelijk van alleen het inkomen uit werk en woning (box 1), maar van het volledige verzamelinkomen (box 1, box 2 en box 3).
De algemene heffingskorting wordt vanaf het wettelijk minimumloon afgebouwd met 6,63%.
Arbeidskorting
Arbeidskorting is een heffingskorting waarop iedereen die werkt recht heeft. Deze korting wordt afgetrokken van het bedrag dat je aan inkomstenbelasting en Zvw-premie moet betalen. Wanneer je aangifte inkomstenbelasting doet, wordt deze korting automatisch verrekend.
In 2025 is de maximale arbeidskorting € 5.599. In 2024 was deze € 5.532. De maximale korting is dus toegenomen. Vanaf een inkomen van € 43.071 wordt de arbeidskorting afgebouwd. Het zogeheten afbouwpercentage is 6,51%.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
Je kan als ouder in aanmerking komen voor de IACK. Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
- Je kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar;
- Je kind staat minstens 6 maanden in een kalenderjaar bij de gemeente ingeschreven op jouw woonadres;
- Je hebt geen of minder dan 6 maanden een fiscaal partner. Als je langer dan 6 maanden een fiscaal partner hebt, moet je een lager arbeidsinkomen dan de fiscale partner hebben;
- Je hebt een inkomen van minimaal € 6.145 in 2025.
De exacte hoogte van de inkomensafhankelijke combinatiekorting hangt af van je inkomen. Het maximale bedrag dat je in 2025 kan ontvangen is € 2.986 bij een inkomen van € 32.223. De IACK is dus iets verhoogd ten opzichte van 2024. Toen was het maximum € 2.950 bij een inkomen van € 31.837.
De IACK wordt als volgt berekend voor mensen met een inkomen tussen € 6.145 en € 32.223: 11,45% x (arbeidsinkomen – € 6.145). Vanaf € 32.223 is de IACK € 2.986.
Ouderenkorting en alleenstaandeouderenkorting
Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, heb je recht op ouderenkorting en mogelijk ook alleenstaandeouderenkorting. De maximale hoogte van de ouderenkorting is € 2.035 voor een inkomen tot € 45.308. Vanaf een inkomen van € 45.308 wordt de ouderenkorting als volgt berekend: € 2.035 – 15% x (verzamelinkomen – € 45.308). Vanaf € 58.875 heb je geen recht meer op ouderenkorting in 2025.
Alleenstaande ouderen hebben daarnaast recht op alleenstaandeouderenkorting. In 2025 is de alleenstaandeouderenkorting € 531 (€ 524 in 2024).
Belastingschijven in 2025 ouder dan AOW-leeftijd
Wie in 2025 de AOW-leeftijd heeft bereikt, betaalt in box 1 een aangepast belastingtarief over de eerste schijf. Dit komt doordat zij geen AOW-premies meer hoeven te betalen. Daardoor betalen ze minder premie volksverzekeringen en wordt de te betalen belasting voor het deel van de inkomensafhankelijke bijdrage IAB verlaagd.
De belastingtarieven voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt zijn in 2025 als volgt:
| Belastingschijven | Inkomen | Het te betalen percentage belasting |
|---|---|---|
| Schijf 1 | Inkomen tot € 38.441* | 17,92%** |
| Schijf 2 | Inkomen van € 38.441 tot € 76.817 | 37,48% |
| Schijf 3 | Inkomen hoger dan € 76.817 | 49,50% |
Belastingtarief wanneer je in 2025 de AOW-leeftijd behaalt**
Heb je de AOW-leeftijd nog niet bereikt? Dan geldt er een aangepast tarief voor schijf 1 op basis van de maand waarin je de pensioenleeftijd bereikt. Hieronder staat wat voor schijf 1 dan het te betalen belastingpercentage is. Voor schijf 2 en 3 gelden dezelfde tarieven als voor mensen die nog niet de AOW-leeftijd hebben bereikt. Oftewel: vanaf een inkomen van € 38.441 tot en met € 76.817 is het belastingtarief 37,48% en vanaf € 76.817 49,50%.
| Maand waarin de AOW-leeftijd is bereikt | Het te betalen percentage belasting in schijf 1 |
|---|---|
| Januari | 17,92% |
| Februari | 19,41% |
| Maart | 20,90% |
| April | 22,39% |
| Mei | 23,88% |
| Juni | 25,37% |
| Juli | 26,87% |
| Augustus | 28,36% |
| September | 29,85% |
| Oktober | 31,34% |
| November | 32,83% |
| December | 34,32% |
Veranderingen 2025
Zoals te lezen op deze pagina, wordt er weer het een en ander veranderd ten opzichte van 2024. Om nog wat duidelijker te maken wat er verandert qua belasting, zetten we de veranderingen voor 2025 hieronder op een rij.
- Box 1 wordt vanaf 2025 opgedeeld in 3 belastingschalen. De eerste schijf krijgt een belastingtarief van 35,82% en de tweede schijf een tarief van 37,48%.
- Voor box 2 is het belastingtarief voor schijf 2 verlaagd van 33,0% naar 31,0%
- Het heffingsvrij vermogen wordt verhoogd van € 57.000 naar € 57.684
- De maximale algemene heffingskorting gaat omlaag naar € 3.068
- De arbeidskorting neemt toe en wordt maximaal € 5.599
- De IACK is verhoogd tot € 2.986 bij een inkomen van € 32.223
- De maximale ouderenkorting stijgt met € 25,00 naar € 2.035
- De alleenstaandeouderenkorting gaat van € 524 naar € 531
- De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd en is in 2025 € 2.470
- De mkb-winstvrijstelling daalt en komt uit op 12,70%
Boekhoudprogramma vergelijken?
Eenvoudig en snel aangifte inkomstenbelasting doen? Maak dan gebruik van een boekhoudprogramma! Lees hier alles over boekhoudpakketten hier en kies het boekhoudpakket dat bij jou past.
Vergelijk zelf
Veelgestelde vragen
In 2025 mag je € 57.684 belastingvrij sparen. Dat is het niets meer als in 2024 (€ 57.000). Over spaargeld en beleggingen tot € 57.684 hoef je dus geen belasting te betalen. Over het geld dat boven deze grens uitkomst, wordt in box 3 wel belasting in rekening gebracht.
Ja, er is in 2025 een extra schijf voor box 1 van de inkomstenbelasting ingevoerd. Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning is nu opgedeeld in drie schijven. De eerste schijf loopt tot een inkomen van € 38.441 met een belastingtarief van 35,82%. Schijf 2 is voor inkomens tussen € 38.441 en € 76.817 met een tarief van 37,48%. Schijf 3 is ten slotte bedoeld voor inkomens hoger dan € 76.817, waarover 49,50% belasting wordt geheven. Deze nieuwe belastingmaatregelen zorgen ervoor dat er over de laagste inkomens(delen) minder belasting hoeft te worden betaald.
Mensen die in 2025 de AOW-leeftijd hebben bereikt, betalen in schijf 1 minder belasting dan mensen die deze leeftijd nog niet hebben gehaald. Schijf 1 loopt tot een inkomen van € 38.441 en het tarief voor gepensioneerden is 17,92%. Voor mensen die geboren zijn vóór 1946 heeft schijf 1 een inkomensgrens tot € 40.502.
Bereik je in 2025 de AOW-leeftijd? Dan valt het tarief voor schijf 1 iets lager uit. Op deze pagina staat een tabel weergegeven met het tarief per maand waarin de AOW-leeftijd is of wordt bereikt.
Milou Ros is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij schrijft teksten voor verschillende websites in de financiële dienstverlening en heeft een Bachelor Journalistiek van Hogeschool Windesheim te Zwolle behaald.
