Home » Kamer: “Optreden tegen schijnzelfstandigheid moet milder”

Kamer: “Optreden tegen schijnzelfstandigheid moet milder”

Coalitiepartijen bepleitten afgelopen woensdag in een debat met de staatssecretaris Idsinga van Financiën voor een zachtere landing voor de vele zelfstandigen die na 9 jaar ‘gedoogd’ te zijn, weer gecontroleerd zullen worden op eventuele schijnzelfstandigheid. Het voor 2025 geplande controleren van zzp’ers op schijnzelfstandigheid, en daarmee het handhaven van de wet DBA, zorgt voor veel onrust onder zelfstandigen en opdrachtgevers.

In het debat spraken coalitiepartijen VVD, BBB en NSC uit dat er nog steeds veel onrust is omtrent het handhaven van de wet. In een poging om de onrust weg te nemen, zijn er een aantal moties ingediend. Zo pleit kamerlid Aartsen (VVD) voor het wijzigen van de handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Zo zou het volgens hem een uitkomst kunnen bieden om tijdens het eerste jaar (vanaf januari 2025) enkel risicogericht te gaan handhaven, vooral op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigen, onderbetalingen, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratie-constructie. Daaraan voegt het kamerlid in de motie toe dat er zoveel mogelijk rekening gehouden dient te worden met de menselijke maat.

Rechtsgeldigheid modelovereenkomsten op de tocht

NSC spreekt vooral onvrede uit over het verdwijnen van modelovereenkomsten. Zzp’ers kunnen op dit moment een modelovereenkomst gebruiken om de arbeidsrelatie te verduidelijken. In zo’n overeenkomst staan regels en afspraken en als beide partijen zich daaraan houden, voorkomen zij dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. De staatssecretaris geeft tijdens het debat aan bereid te zijn tot het voortbestaan van de rechtsgeldigheid van deze overeenkomsten, mits hier een meerderheid in de Kamer voor is. Het voorstel, ingediend door leden van NSC, VVD en SGP, is hier te vinden. De kans dat deze moties een meerderheid zullen halen is groot, daar zal volgende week over gestemd worden in de Tweede Kamer.

Al enkele toezeggingen gedaan voor een ‘zachte landing’

Op de ontstane onrust omtrent het handhaven van de wet DBA, liet het kabinet al eerder weten dat er een overgangsperiode van een jaar zal gelden voor opdrachtgevers en zelfstandigen, en hiermee een ‘zachte landing’ te faciliteren. Dat zou betekenen dat er nog geen vergrijpboete wordt uitgedeeld aan zelfstandigen en hun opdrachtgever wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid, míts zij kunnen aantonen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid. Ook heeft de staatssecretaris van Fiscaliteit en de Belastingdienst al toegezegd de Belastingdienst niet ‘hysterisch’ te laten controleren op schijnzelfstandigheid, en eerst over te gaan tot het geven van een waarschuwing indien de wet DBA wordt overtreden.