Ondernemers hebben weinig vertrouwen in de commerciële situatie van het Nederlandse bedrijfsleven in het derde kwartaal. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) op basis van de Conjunctuurenquête Nederland van juli 2023. Het ondernemersvertrouwen komt uit op -8,3 en is daarmee net lager dan de -8,1 uit het tweede kwartaal op basis van de nieuwe rekenmethode.
De zogeheten stemmingsindicator van het CBS is in net zo veel bedrijfstakken gestegen als gedaald. In bijna alle bedrijfstakken is het ondernemersvertrouwen nog steeds negatief. Ondernemers hebben daarnaast minder vertrouwen in de inkooporders en investeringen dan ze een jaar geleden hadden.
Het ondernemersvertrouwen aan het begin van het derde kwartaal van 2023 is in de meeste bedrijfstakken negatief. Het vertrouwen in de autohandel en -reparatie en de groothandel en handelsbemiddeling is het sterkst gedaald ten opzichte van een kwartaal eerder. In de sectoren bouwnijverheid en de verhuur en handel van onroerend goed is het vertrouwen juist het sterkst gestegen. Met -24,5 en -13,3 is het vertrouwen echter nog steeds het laagst van alle bedrijfstakken.
In de bedrijfstakken informatie en communicatie en cultuur, sport en recreatie zijn de ondernemers als enige licht positief gestemd. Voor informatie en cultuur gaat het om 2,0 ten opzichte van 1,3 in april. Binnen de branche cultuur, sport en recreatie komt het ondernemersvertrouwen uit op 0,5 in juli tegenover 0,2 een kwartaal eerder.
Met de Conjunctuurenquête wordt ook onderzocht wat ondernemers verwachten over de inkooporders. De verwachtingen liggen lager dan een jaar eerder. Aan het begin van het derde kwartaal verwacht per saldo bijna 2,0% van de ondernemers een daling van de waarde van hun inkooporders voor de komende drie maanden. Een jaar eerder ging het juist om een verwachte stijging van bijna 5,0%.
Binnen de bedrijfstakken cultuur, sport en recreatie, de industrie en de autohandel en -reparatie zijn de verwachtingen ten opzichte van juli 2022 het sterkst gedaald. Voor cultuur, sport en recreatie gaat het om een daling van 13,0 naar 0,9. Voor de industrie is de verwachting gedaald van 8,2 naar -3,0 en voor de autohandel en -reparatie gaat het om een daling van -3,2 naar -14,7.
In de horeca zijn ondernemers het meest positief, maar ook in deze branche is er sprake van een daling in het vertrouwen. Deze ging van 19,4 in 2022 naar 8,9 in 2023. Daarna volgt de verhuur en handel van onroerend goed met een lichte daling van 6,2 naar 5,9.
Bijna 17,0% van de ondernemers verwacht aan het begin van het derde kwartaal van 2023 meer te investeringen in het lopende jaar ten opzichte van 2022. Bijna 16,0% verwacht juist minder te investeren. De overige 67,0% verwacht net zo veel te investeringen. Dit resulteert in een toename van bijna 1,0% met betrekking tot het investeringsvertrouwen. Een jaar geleden ging het nog om een verwachte investeringstoename van 7,0%.
In de horeca is de investeringsverwachting het sterkst gedaald. Ondernemers verwachten bijna 7,9% minder te investeren, terwijl ze een jaar geleden nog 16,5% meer verwachtten te investeren. Binnen de landbouw, bosbouw en visserij (-5,2 naar -10,0) en de bouwnijverheid (0,9 naar -9,6) zijn ondernemers het meest negatief. In de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie zijn ze met een toename van 9,9 naar 21,1 het meest positief gestemd.