Schijnzelfstandigheid: wat is het en wat zijn de risico’s?

schijnzelfstandigheid zzp

Milou Ros is werkzaam als financieel tekstschrijver. Zij schrijft teksten voor verschillende websites in de financiële dienstverlening en heeft een Bachelor Journalistiek van Hogeschool Windesheim te Zwolle behaald.

Leestijd 5 minuten 18 december 2024

Als ondernemer neem je opdrachten aan van opdrachtgevers. Het kan echter voorkomen dat jouw relatie met een opdrachtgever erg op werk in loondienst lijkt. Er is dan sprake van schijnzelfstandigheid. Vanaf 2025 wordt hier volledig op gehandhaafd en dat kan gevolgen hebben. Zowel de opdrachtgever als jij kan bijvoorbeeld een boete ontvangen. In deze blog leggen we daarom uit wat schijnzelfstandigheid inhoudt, wat de gevolgen kunnen zijn en hoe je voorkomt dat je in zo’n situatie terechtkomt.

Wat is schijnzelfstandigheid voor zzp?

Schijnzelfstandigheid is de situatie waarin je als zelfstandig ondernemer een opdracht aanneemt, maar eigenlijk in loondienst voor de opdrachtgever werkt. Dit wordt ook wel een verkapt dienstverband genoemd.

Wanneer ben je schijnzelfstandige?

Om te beoordelen of er sprake is van schijnzelfstandigheid, kijkt de Belastingdienst naar een aantal kenmerken van de werkrelatie tussen jou en de opdrachtgever. Er is in ieder geval sprake van loondienst als aan deze kenmerken wordt voldaan:

Voor zelfstandigen is het veelal vanzelfsprekend dat ze verplicht zijn om de afgesproken arbeid te leveren en dat ze daarvoor een beloning ontvangen. Het belangrijkste criterium om schijnzelfstandigheid vast te stellen is daarom het werkgeversgezag. Als er bovenop de andere twee punten sprake is van een gezagsverhouding, heb je te maken met schijnzelfstandigheid.

Om te bepalen of er een gezagsverhouding is tussen jou en je opdrachtgever, kan je jezelf een aantal vragen stellen, zoals:

Is het antwoord op één of meerdere van deze vragen ‘ja’? Dan heeft de opdrachtgever gezag over jou en is er dus sprake van een gezagsverhouding.

Op de website van de Belastingdienst wordt meer uitleg gegeven over de criteria die de Belastingdienst hanteert voor het beoordelen van schijnzelfstandigheid. Daar staat bovendien beschreven wanneer er sprake is van een fictieve dienstbetrekking.

Eén of meerdere opdrachtgevers

Veel ondernemers denken dat ze meerdere opdrachtgevers moet hebben en dat het hebben van slechts één opdrachtgever wijst op schijnzelfstandigheid. Dit is een misvatting. Alleen de werkrelatie tussen de ondernemer en opdrachtgever bepaalt of er sprake is van verpakt loondienst of ondernemerschap.

Gevolgen van schijnzelfstandigheid Belastingdienst

Schijnzelfstandigheid is niet zonder risico’s. Wanneer er sprake is van een verkapt dienstverband, komt de opdrachtgever zijn verplichtingen naar de Belastingdienst en jou niet na. De opdrachtgever had dan eigenlijk loonbelasting, werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet moeten betalen, maar doet dat niet. Zodra de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, zal de opdrachtgever deze premies alsnog moeten betalen en kan deze ook een schijnzelfstandigheid zzp boete krijgen.

Vanaf 1 januari 2025 wordt er gestart met volledige handhaving op schijnzelfstandigheid. Tot 2025 werd hier niet op gehandhaafd.

Voor jou als ondernemer kan dit schijnzelfstandigheid ook vervelende gevolgen hebben. Je kan niet alleen te maken krijgen met correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen, maar loopt bovendien het risico fiscale voordelen als de zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling te verliezen.

Schijnzelfstandigheid voorkomen met Wet DBA

Om te voorkomen dat ondernemers als schijnzelfstandigen werken, is de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelaties) in het leven geroepen. Deze wet heeft de Wet VAR (verklaring arbeidsrelatie) vervangen in 2016.

Sinds de invoering van de Wet DBA moeten ondernemers en opdrachtgever samen de werkrelatie beoordelen. Samen bepalen jullie of het gaat om werk in loondienst of om een opdracht als ondernemer.

Als jullie twijfelen over de werkrelatie, kan je gebruikmaken van een modelovereenkomst. Wanneer je je aan de regels in de modelovereenkomst houdt, zorgt dit voor duidelijkheid en kan schijnzelfstandigheid worden voorkomen. Je bepaalt samen met de opdrachtgever welke modelovereenkomst het beste past bij de situatie. Let goed op: modelovereenkomsten zijn niet eeuwig geldig. De Belastingdienst vermeldt hoelang de overeenkomst geldig is.

Handhaving Wet DBA vanaf 2025

Tot en met 2024 was het handhavingsmoratorium van kracht. Dit betekende dat de Belastingdienst niet handhaafde op schijnzelfstandigheid. Er werden alleen correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en een eventuele boete voor schijnzelfstandigheid opgelegd als er sprake was van kwaadwillendheid. Was dit niet het geval? Dan gaf de Belastingdienst ‘enkel’ een aanwijzing.

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst beginnen met handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit heeft gevolgen voor bedrijven en organisaties die zzp’ers inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig kunnen uitvoeren. Als tijdens een bedrijfsbezoek door de Belastingdienst wordt geconstateerd dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, krijgt het bedrijf de kans zijn bedrijfsvoering te verbeteren. Bij een tweede controle kan vervolgens een boekenonderzoek worden uitgevoerd, en dat kan tot een naheffingsaanslag leiden. Er zullen in 2025 nog geen boetes worden uitgedeeld.

Er geldt een overgangsperiode van 1 jaar. Werkgevers en werkenden krijgen in deze periode nog geen vergrijpboete als zij kunnen bewijzen dat zij stappen zetten om schijnzelfstandigheid tegen te gaan.

Binnen bepaalde branches werken veel zzp’ers die door bepaalde constructies of omstandigheden niet volledig zelfstandig kunnen werken. Denk hierbij aan zzp’ers in de zorg, bouw of journalistiek. Deze ondernemers kunnen al gauw als schijnzelfstandige worden gezien. Voor hen kan de aangekondigde handhaving daardoor gevolgen hebben, maar ondernemers die echt als zelfstandige werken kunnen gewoon hun werk blijven doen.

Betere handhaving en duidelijkere regels

De Wet DBA wordt vaak gezien als onduidelijk. Om te verduidelijken wanneer iemand ondernemer of werknemer in loondienst is en om de rechten van ondernemers te beschermen, wil het kabinet daarom beter gaan handhaven en met duidelijkere regels komen.

Op dit moment wordt er gewerkt aan het wetsvoorstel VBAR (verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden). In het voorstel staan nu de volgende punten:

Op dit moment is nog niets definitief vastgelegd. De Tweede Kamer en Eerste Kamer moeten nog over de plannen beslissen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Interessant voor jou