40% van de zelfstandige ondernemers in Nederland heeft geen financieel vangnet als ze...
Het wetsvoorstel voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers moet worden aangepast. De Belastingdienst en het UWV, de uitvoerende instanties, vinden het voorstel te complex en slecht uitvoerbaar.
Het plan voor de verplichte AOV zou oorspronkelijk voor de zomer naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Doordat het wetsvoorstel nu door minister Eddy van Hijum van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt aangepast, is er langer de tijd nodig. Het wetsvoorstel wordt nu naar verwachting op z’n vroegst in het derde kwartaal van 2025 aan de Kamer voorgelegd.
Op dit moment hebben de meeste zelfstandigen geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Velen vinden een AOV te duur of kunnen zich om verschillende redenen niet verzekeren. Met het voorstel voor de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) wil het kabinet daar verandering in brengen. Alle zzp’ers moeten daarmee verplicht tot de AOW-leeftijd tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd zijn.
Doordat deelname aan de verzekering verplicht wordt, hoopt het kabinet de risico’s te kunnen delen en de kosten laag te houden. Voor de collectieve verzekering zouden zzp’ers een premie van 6,5% van het inkomen moeten betalen, met een maximum van € 195 per maand. Wanneer een verzekerde arbeidsongeschikt raakt, zou hij na een tijd een uitkering moeten ontvangen van zo’n 70% van het inkomen dat hij voorheen verdiende.
In het wetsvoorstel staat dat de collectieve verzekering verplicht zal zijn voor alle zzp’ers die winst maken uit hun eigen onderneming. Volgens de Belastingdienst en het UWV leidt dit tot “een periode van onzekerheid over de verzekerings- en premieplicht van de zelfstandige”. Dat schrijft minister Van Hijum in een brief aan de Tweede Kamer.
Dat de deelname en de premie gebaseerd moeten worden op de winst uit de eigen onderneming, leidt volgens de uitvoerende instanties tot problemen. Deze winst wordt namelijk vaak pas vastgesteld na een definitieve aanslag van de inkomstenbelasting. Deze vaststelling vindt vaak pas anderhalf tot vijf jaar na het begin van het belastingjaar plaats.
Naast de complexiteit leidt het plan ook tot kritiek op de uitvoerbaarheid. De Belastingdienst en het UWV moeten de Baz gaan uitvoeren. Deze partijen constateren echter dat het plan te veel capaciteit vraagt. Daardoor zou het plan niet uitvoerbaar zijn op de korte termijn. Gezien de huidige capaciteitsproblemen geeft het UWV aan dat invoering vóór 1 januari 2030 in ieder geval niet haalbaar is.
Nadat het gewijzigde wetsvoorstel van Van Hijum is behandeld en goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer, duurt het ook nog jaren voordat de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers beschikbaar is. De verplichte AOV voor zzp’ers laat dus nog een aantal jaar op zich wachten.