Er zijn verschillende berekeningen die iets zeggen over de financiële situatie van een bedrijf. Eén van deze berekeningen is de cashflow. Een onderneming kan een positieve of een negatieve cashflow hebben. Maar wat houdt dit precies in? Wat zegt de cashflow over een bedrijf en hoe bereken je cashflow?
Cashflow geeft het verschil weer tussen het geld dat binnenkomt en het geld dat je uitgeeft in een bepaalde periode. Cashflow wordt ook wel kasstroom genoemd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten cashflows:
De operationele cashflow van een onderneming gaat over alle inkomsten en uitgaven die te maken hebben met de dagelijkse activiteiten van het bedrijf. Voor de uitgaven gaat het hierbij onder meer om het betalen van de salarissen voor jouw personeel en de spullen die je nodig hebt voor jouw bedrijf. Wat binnenkomt komt voort uit de verkoop van jouw producten en/of diensten.
Een investeringscashflow geeft een weergave van alle inkomsten en uitgaven die te maken hebben met duurzame investeringen in jouw bedrijf. Bij duurzame investeringen draait het om producten die je voor langere tijd gebruikt, zoals computers, meubels en machines. Ook immateriële zaken als software, licenties en octrooien vallen hieronder.
Bij de uitgaven gaat het om de aanschaf van dit soort producten. De inkomsten komen voort uit de verkoop hiervan. Denk hierbij aan het verkopen van een oude computer of gebruikte meubels.
De financieringscashflow draait om alle inkomsten en uitgaven rondom financieringsactiviteiten. Denk hierbij aan het aflossen van een lening aan de bank of het verstrekken van een lening aan derden. Ook het kopen of verkopen van aandelen en het uitbetalen van dividend aan investeerders valt hieronder.
De netto cashflow van een bedrijf is de kasstroom die voortkomt uit alle drie de bovenstaande cashflows samen. De netto kasstroom geeft dus weer wat de cashflow is op basis van alle bedrijfsactiviteiten.
Je kan de cashflow van jouw bedrijf op twee manieren berekenen:
De directe methode wordt het meest gebruikt door ondernemers. Om je hier wat meer duidelijkheid over te geven, laten we hieronder een voorbeeld zien.
Je hebt in de maand april € 4.000 aan inkomsten binnengekregen door een paar grote facturen die toen door klanten zijn betaald. Je hebt in diezelfde maand € 2.300 uitgegeven aan investeringen, abonnementen en andere bedrijfskosten. De cashflow berekening is dan als volgt: € 4.000 – € 2.300 = € 1.700. In de maand april was jouw cashflow dus +€ 1.700.
Uit de cashflow berekening kunnen twee resultaten komen: een positieve cashflow of een negatieve cashflow.
Simpel gezegd betekent een positieve cashflow dat je meer geld verdient dan je hebt uitgegeven. De inkomende geldstroom ligt hoger dan de uitgaande geldstroom; je houdt geld over aan het einde van de periode. Dit betekent dat je aan jouw betalingsverplichtingen kan voldoen.
Hierbij geef je meer geld uit dan er binnenkomt. De uitgaande geldstroom is dus hoger dan de inkomende geldstroom, wat betekent dat je aan het einde van de streep geen geld overhoudt om aan jouw betalingsverplichtingen te voldoen.
De cashflow van een bedrijf geeft weer hoe het bedrijf er financieel voor staat. Een positieve kasstroom toont aan dat je in staat bent om op korte termijn aan jouw financiële verplichtingen te voldoen. Heb je een negatieve cashflow? Dan ben je op dat moment niet in staat om een binnenkomende rekening te betalen. Je kan dan niet aan jouw verplichtingen voldoen en dit kan tot financiële problemen leiden.
Een negatieve cashflow hebben is niet altijd slecht, bijvoorbeeld als je net een grote investering hebt gedaan en geen andere grote uitgaven op korte termijn op de planning hebt staan. Wanneer deze negatieve cashflow langer aanhoudt, zorgt dit echter wel voor problemen. Je draait dan verlies (ook wel negatieve winst genoemd) en kan de rekening niet meer betalen. Daarom is het belangrijk goed zicht te houden op de cashflow van jouw bedrijf.
Wanneer je voor een langere tijd een negatieve kasstroom hebt, kan dit dus leiden tot verlies. Je geeft dan meer uit dan er binnenkomt. Op de korte termijn daarentegen hoeft een negatieve cashflow niet te betekenen dat je verliest draait. Je kan een negatieve cashflow hebben en toch winst maken.
Als je binnen een bepaalde periode meer uitgeeft dan er binnenkomt, maar er nog een aantal facturen openstaan, is er op dat specifieke moment sprake van een negatieve kasstroom. Zodra de facturen zijn betaald, staat er weer geld op de rekening en heeft jouw onderneming weer een positieve cashflow. Als er dan over de langere periode, bijvoorbeeld een jaar, meer geld is binnengekomen dan uitgegeven, heb je winst gemaakt. Dat ondanks de momenten waarop je een negatieve kasstroom had.
Het verbeteren van de cashflow begint bij een goede cashflow management. Het is belangrijk dat je goed zicht hebt op jouw inkomende en uitgaande geldstromen. Door dit in de gaten te houden, kan je bijsturen wanneer nodig en verklein je de kans op financiële problemen.
Heb je vaak een negatieve cashflow? Of wil je graag je financiële positie verbeteren? Hieronder geven we 5 tips voor het verbeteren van jouw cashflow:
Let op: factoring kost geld. Vaak gaat het om een percentage van het factuurbedrag. Maak daarom alleen gebruik van factoring als je zeker weet dat je deze extra kosten kan betalen.
Kasstroom is het Nederlandse woord voor cashflow. De kasstroom van een onderneming geeft weer hoeveel geld er in een periode binnenkomt en hoeveel je in die periode hebt uitgegeven. Het resultaat is een positieve kasstroom of een negatieve kasstroom.
Vrije cashflow, ook wel vrije kasstroom genoemd, is het geld dat je overhoudt en vrij kan besteden nadat je alle noodzakelijke kosten en investeringen hebt betaald. De vrije cashflow wordt dus gevormd door geld dat uit de onderneming kan worden gehaald zonder dat dit invloed heeft op de normale bedrijfsactiviteiten. De vrije cashflow laat zo goed zien in hoeverre je aan jouw betalingsverplichtingen kan voldoen.
De meest simpele manier om een cashflow te berekenen is door jouw binnen een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand, alle uitgaven van de inkomsten af te trekken. Wat overblijft is de cashflow. Kortom: cashflow = inkomende geldstroom – uitgaande geldstroom.
Een voorbeeld: stel dat je in de maand augustus € 2.000 aan betaalde facturen hebt binnengekregen en in diezelfde maand ook een grote investering hebt gedaan van € 2.400. Je cashflow is dan: € 2.000 – € 2.400 = -€ 400, oftewel een negatieve cashflow.
Cashflow gaat over de inkomsten en uitgaven binnen een bedrijf. De cashflow van jouw bedrijf geeft weer of je in een periode meer geld hebt uitgegeven dan binnengekregen of vice versa. Als je meer geld hebt uitgegeven dan je hebt binnengekregen, is er sprake van een negatieve cashflow. Heb je juist meer geld verdiend? Dan spreken we van een positieve cashflow.