Je kan als ondernemer een aanvullend pensioen opbouwen door aan pensioensparen en/of pensioenbeleggen te doen. Maar wat is beter voor zelfstandigen? Wanneer is het verstandiger om te sparen of te beleggen? Op deze pagina leggen we uit wat pensioensparen en pensioenbeleggen inhoudt en maken we een vergelijking.
De meeste werknemers in loondienst bouwen een aanvullend pensioen op via hun werkgever. Ondernemers moeten zelf extra pensioen opbouwen. Doe je dit niet? Dan ontvang je alleen AOW. Voor veel mensen is AOW echter niet voldoende om goed van te kunnen leven voor hun pensioen.
Wie als ondernemer meer te besteden wil hebben vanaf de AOW-leeftijd, zal zelf moeten regelen dat er extra pensioen wordt opgebouwd. Extra pensioen opbouwen kan op verschillende manieren. De bekendste en meestgebruikte manieren om dit te doen is via pensioenbeleggen en pensioensparen. Je profiteert hiermee van fiscale voordelen.
Pensioenbeleggen is beleggen voor je pensioen via een geblokkeerde beleggingsrekening. Je zet geld op deze rekening en de bank of beleggingsfonds gebruikt dit geld om te beleggen. Het doel is om zo veel mogelijk rendement te behalen om meer aanvullend pensioen op te bouwen.
Let op: Pensioenbeleggen gaat gepaard met risico’s. Je kan je inleg verliezen.
Je kan op een beleggingsrekening niet onbeperkt geld zetten. Hoeveel geld je op de rekening kan zetten, hangt af van jouw jaarruimte en eventuele reserveringsruimte. Jaarruimte is het maximale bedrag dat je met belastingvoordeel mag beleggen voor je pensioen. Je reserveringsruimte gaat over jouw onbenutte jaarruimte van de afgelopen 10 jaar.
Het geld dat je op de rekening zet, wordt van jouw belastbare inkomen in Box 1 afgetrokken. Je hoeft hier dus nog geen inkomstenbelasting over te betalen. Dit doe je pas zodra het geld wordt uitgekeerd. Je betaalt bovendien geen vermogensrendementsheffing over het rendement dat is behaald.
Je geld staat doorgaans vast tot je de pensioenleeftijd hebt behaald. Je kan het geld ook langer laten staan. Dit kan tot maximaal 5 jaar na de AOW-leeftijd. Daarna moet je het opgebouwde vermogen laten uitkeren bij een bank of verzekeraar. Dit wordt het aankopen van periodieke uitkeringen genoemd. Je bepaalt dan samen met de verzekeraar of bank hoelang de uitkeringen doorgaan, bijvoorbeeld 10 jaar of tot het overlijden. Je vermogen wordt dan evenredig verdeeld over de periodieke uitkeringen gedurende de gekozen looptijd.
In het kort: pensioensparen is sparen voor je pensioen op een geblokkeerde bankspaarrekening. Pensioensparen wordt ook wel banksparen of lijfrente genoemd. Je bouwt hiermee pensioen op door periodiek of eenmalig geld op de spaarrekening te storten. Over dit bedrag ontvang je rente. Je moet voor pensioensparen slechts eenmalig kosten betalen, daarna is de rekening gratis.
Je bouwt vermogen op tot de afgesproken einddatum. Daarna begint de uitkeringsperiode. Je kan grotendeels zelf bepalen wanneer de uitkeringsperiode begint. De meeste mensen kiezen ervoor de uitkeringen te ontvangen vanaf de AOW-leeftijd. Je kiest dan zelf de looptijd van de uitkeringen, bijvoorbeeld 10 of 20 jaar. Leef je langer? Dan is het opgebouwde vermogen op en ontvang je geen uitkeringen meer.
Je kan het vermogen ook voor de pensioenleeftijd laten uitkeren. Meestal kan dit tot maximaal 10 jaar voor de AOW-leeftijd. De looptijd van de uitkering is dan minstens 20 jaar plus het aantal jaren tot jouw pensioen.
Wil je de uitkeringen later ontvangen? Dan kan je deze uitstellen tot maximaal 5 jaar na je pensioenleeftijd.
Net als bij pensioenbeleggen kan je bij pensioensparen alleen inleggen op basis van je jaarruimte en reserveringsruimte. Je kan de inleg aftrekken van jouw belastbare inkomen in Box 1. Je betaalt hierdoor minder inkomstenbelasting. Ook betaal je geen vermogensrendementsheffing. Je hoeft pas belasting te betalen over het vermogen zodra de uitkeringsperiode begint.
Veel mensen sparen of beleggen op een gewone rekening die daarvoor is aangewezen. Je geniet dan van meer vrijheden. Het opgebouwde vermogen kan bijvoorbeeld op ieder gewenst moment worden opgenomen en je bepaalt zelf hoeveel geld je inlegt. Daar staat tegenover dat het vermogen direct meetelt voor jouw aangifte inkomstenbelasting. Je betaalt er dus direct belasting over.
Aan pensioensparen en pensioenbeleggen daarentegen zitten een aantal fiscale regels verbonden. Je mag in een jaar niet meer dan je jaarruimte en eventuele reserveringsruimte inleggen. De inleg kan dan van jouw belastbare inkomen worden afgetrokken, waardoor je minder belasting betaalt.
Je betaalt pas belasting over het opgebouwde vermogen zodra de uitkeringsperiode begint. Meestal begint die periode vanaf de AOW-leeftijd. De meeste mensen hebben dan een lager totaalinkomen dan wanneer ze nog werken. Je hoeft daardoor vaak minder aan belasting af te staan.
Als je je aan de belastingregels houdt, kan pensioensparen of pensioenbeleggen dus een aantal fiscale voordelen opleveren ten opzichte van standaard sparen of beleggen.
Veel mensen vragen zich af wat nou de beste keuze is: pensioensparen of pensioenbeleggen? Over het algemeen hangt dit af van jouw persoonlijke situatie en wensen. De een wil minder risico lopen en neemt genoegen met een lager rendement dan de ander. Iemand anders vindt het misschien juist interessanter om een hoger rendement te behalen en accepteert dat dat gepaard gaat met het risico op inlegverlies.
Weet je niet goed wat je wil doen? Wij helpen je hierbij. Hieronder lichten we de belangrijkste verschillen uit. Zo ontdek je wat voor jou de beste optie is.
Pensioensparen | Pensioenbeleggen | |
---|---|---|
Risico | Je loopt weinig tot geen risico | Je kan (een deel van) je inleg verliezen |
Rendement | Over het algemeen lage rentetarieven | Kans op hogere rendementen |
Inleg | Binnen de jaar- en reserveringsruimte | Binnen de jaar- en reserveringsruimte |
Uitkering | Geld staat in principe vast tot pensioen | Geld staat in principe vast tot pensioen |
Pensioenbeleggen kan een hoger rendement opleveren dan pensioensparen. Daar staat tegenover dat je met pensioenbeleggen meer risico loopt. Je kan (een deel van) jouw inleg verliezen.
Met beleggen kan je vaak een hoger rendement verdienen, maar je loopt ook het risico je inleg te verliezen. Niet iedereen wil dit risico lopen of kan het zich permitteren zijn inleg kwijt te raken. Dan is banksparen een veiligere optie. Sommige mensen vinden het niet erg dit risico te lopen en willen liever de kans nemen het hoogste rendement te behalen. Als dit voor jou geldt, kan pensioenbeleggen een goede optie zijn. Wat voor jou de beste keuze is, hangt dus af van jouw persoonlijke situatie en wensen. Er is geen eenduidig antwoord.
Je kan op verschillende manieren extra pensioen opbouwen naast de AOW. Zoals we op deze pagina hebben besproken, kan dit onder meer door te sparen of te beleggen, maar er zijn ook andere opties.
Bij pensioenbeleggen spaar je op een geblokkeerde beleggingsrekening. Je legt geld in op basis van jouw jaarruimte en eventuele reserveringsruimte. Met dit geld wordt door de bank of beleggingsfonds belegd. Dit kan een goed rendement opleveren, maar kan ook tot verlies van (een deel van) de inleg leiden. Pensioensparen doe je daarentegen op een geblokkeerde bankspaarrekening. Het rendement is vaak lager, maar je loopt minder risico.
Naast sparen en beleggen met specifieke pensioenproducten kan je ook vermogen opbouwen door te sparen op een gewone spaarrekening. Je bent dan vrij om het geld op ieder gewenst moment op te nemen. Dat is handig wanneer je het geld eerder nodig hebt dan wanneer je met pensioen gaat.
Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden, zoals het afbetalen van (een deel van) je hypotheek om je maandlasten te verlagen of opnemen van de overwaarde op je huis. Bespreek samen met een financieel adviseur wat er in jouw situatie mogelijk is.
Je kan je jaarruimte berekenen via verschillende websites. Je hebt hiervoor een aantal gegevens nodig, waaronder je jaarinkomen en overige inkomsten.
Dat ligt aan je persoonlijke situatie. Pensioensparen of -beleggen is niet verplicht. Maar als je geen aanvullend pensioen opbouwt, ontvang je vanaf de pensioenleeftijd alleen AOW. Voor veel mensen is dit een te laag inkomen. Daarom is het vaak beter om ervoor te zorgen dat je toch meer pensioen opbouwt, bijvoorbeeld door aan pensioenbeleggen of pensioensparen te doen.