Alle ondernemers moeten belasting betalen over het inkomen. De Belastingdienst bepaalt ieder jaar hoeveel belasting er moet worden betaald. Dit doen ze aan de hand van belastingschijven. Hoeveel inkomstenbelasting je moet betalen, hangt af van je inkomen. Ondernemers met een hoger inkomen betalen meer belasting. In dit artikel staan de belastingschijven en belastingtarieven voor 2024 en wordt uitgelegd wat deze inhouden.
Met belastingschijven, ook wel belastingschalen genoemd, deelt de Belastingdienst het belastbaar inkomen op. Elke belastingschijf is gekoppeld aan een ander belastingtarief. Nederland heeft een progressief belastingstelsel. Dit betekent dat ondernemers met een hoger inkomen een hoger percentage aan belasting moeten betalen.
In 2024 zijn er net als in 2023 twee belastingschijven. Heeft een ondernemer de AOW-leeftijd bereikt? Dan gelden er andere tarieven dan voor ondernemers die deze leeftijd nog niet hebben bereikt.
De Nederlandse overheid bepaalt jaarlijks wat de belastingtarieven voor het komende jaar zijn. De belastingtarieven in 2024 bepalen hoeveel belasting bepaalde inkomensgroepen moeten betalen. Dit gebeurt aan de hand van de aangifte inkomstenbelasting. Alle ondernemers moeten jaarlijks aangifte inkomstenbelasting doen. Ze betalen dan belasting over het belastbare inkomen.
Hoeveel belasting je betaalt, hangt dus af van de hoogte van het belastbaar inkomen. Dit wordt berekend aan de hand van twee belastingtarieven. Hoe hoger het belastbare inkomen, hoe meer belasting je moet betalen. Dit komt doordat het belastingpercentage van de tweede schijf hoger is dan die van de eerste schijf. Heb je een belastbaar inkomen dat boven de inkomensgrens voor de eerste schijf uitkomt? Dan moet je een hoger percentage aan belasting betalen over het deel dat daarboven uitkomt.
Bepaalde personen kunnen in aanmerking komen voor lagere tarieven. Wanneer een ondernemer bijvoorbeeld een alleenstaande ouder is en dus geen fiscaal partner heeft, kan het zijn dat deze een lager tarief moet betalen. Ook als het inkomen onder een bepaald niveau ligt of als de ondernemer de AOW-leeftijd heeft bereikt, kan hij recht hebben op een lager tarief.
In Nederland wordt gewerkt met drie boxen. In box 1 betalen ondernemers belasting over het belastbaar inkomen uit werk en woning. In box 2 betalen ze belasting over het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang en in box 3 gaat het om het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Hieronder worden alle belastingtarieven voor 2024 besproken. De tarieven en schijven zijn veranderd ten opzichte van 2023. Het is daarom essentieel de tarieven goed door te nemen.
In box 1 betalen ondernemers belasting over het inkomen uit werk en woning. Dit is het geld dat een zzp’er met een eenmanszaak of vof overhoudt. Voorbeelden van inkomen uit werk zijn:
Als een zzp’er een eigen woning bezit, vallen de inkomsten daarvan en de betaalde hypotheekrentes onder inkomen uit woning.
De belastingtarieven in box 1 worden bepaald aan de hand van oplopende tarieven. Deze bestaan sinds 2020 uit twee belastingschalen. Over 2023 betaalden ondernemers 36,93% over hun inkomen tot € 73.031. Voor 2024 worden de inkomensgrens en het percentage van schijf 1 verhoogd. Ondernemers betalen in 2024 36,97% over hun inkomen tot € 75.518. Het percentage van schijf 2 blijft hetzelfde. Deze was in 2023 49,50% en blijft dat ook in 2024.
Let op! De AOW-leeftijd is in 2024 67 jaar. In 2023 was dit nog 66 jaar en 10 maanden.
In schijf 1 betalen zzp’ers net als in voorgaande jaren ook premie volksverzekeringen over het belastbaar inkomen uit werk en woning. Deze premie wordt betaald tot een inkomen van € 38.139. Dit betekent dat een deel van het afgestane bedrag voor de volksverzekeringen bestemd is en de rest van het bedrag voor de inkomstenbelasting is.
Ondernemers betalen dus premie volksverzekering over het belastbaar inkomen uit werk en woning tot € 38.139 in 2024. In 2023 was dit € 37.149. Voor ondernemers die de AOW-leeftijd hebben bereikt, geldt een aangepast tarief. Onder het kopje ‘Belastingschijven in 2024 ouder dan AOW-leeftijd’ wordt hier verder op ingegaan.
In 2024 gelden de volgende tarieven in box 1 voor zzp’ers die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.
Belastingschijven | Inkomen | Het te betalen percentage belasting |
---|---|---|
Schijf 1 | Inkomen tot €75.518 | 36,97% |
Schijf 2 | Inkomen hoger dan €75.518 | 49,50% |
In box 2 betalen ondernemers belasting over het inkomen uit aanmerkelijk belang. Je hebt als ondernemer aanmerkelijk belang als je direct of indirect minstens 5% van het aandelenkapitaal van een vennootschap of coöperatie bezit. Bij aanmerkelijk belang gaat het dus om inkomsten in de vorm van dividend. Onder het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang vallen ook indirecte belangen. Wanneer een zzp’er een partner heeft, moet bovendien het belang van beide partners bij elkaar worden opgeteld.
In 2024 betalen zzp’ers die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt 24,5% belasting over belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 en 33,0% daarboven.
In 2023 kwam het kabinet met het voorstel om box 2 op te delen in twee schijven. Dit voorstel gaat per 2024 in. In 2024 zijn er dus twee belastingschalen voor box 2. Over de eerste € 67.000 moet 24,5% belasting worden betaald. Boven € 67.000 moeten ondernemers 33,0% belasting betalen.
Belastingschijven | Inkomen | Het te betalen percentage belasting |
---|---|---|
Schijf 1 | Inkomen tot €67.000 | 24,5% |
Schijf 2 | Inkomen hoger dan €67.000 | 33,0% |
Inkomstenbelasting box 3 draait om het inkomen uit sparen en beleggen. Dit is het vermogen. De Belastingdienst gaat er vanuit dat mensen met vermogen uit spaartegoeden en beleggingen extra inkomsten ontvangen, zoals rente op het spaargeld of rendement uit beleggingen. Over die inkomsten moeten ondernemers mogelijk belasting betalen.
Er wordt gekeken naar de werkelijke verdeling tussen sparen en beleggen. Spaargeld wordt belast op basis van de gemiddelde rente op spaargeld in het betreffende belastingjaar. Beleggingen en overige bezittingen worden belast op basis van het meerjarig gemiddeld rendement. De Belastingdienst gaat dus uit van een fictief rendement, ook wel het forfaitair rendement genoemd.
In 2024 betalen ondernemers 36% belasting over het fictieve rendement over een vermogen boven € 57.000 Het werkelijke rendement dat een ondernemer over zijn inkomen uit sparen en beleggen moet betalen, wordt door de Belastingdienst vastgesteld aan de hand van een bepaalde berekening.
Als een zzp’er de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, betaalt hij een belastingtarief van 36,0% over het fictieve rendement over vermogen in box 3 boven € 57.000.
Voor alle Nederlanders geldt een heffingsvrij vermogen. Dit is het vermogen dat je mag opbouwen zonder daarover belasting in box 3 te betalen. In 2024 is het heffingsvrij vermogen net als in 2023 € 57.000. Dit betekent dus dat een zzp’er geen belasting hoeft te betalen over een vermogen van € 57.000 of lager. Volgens de Belastingdienst behaalt een zzp’er dan geen voordeel uit het sparen en beleggen en hoeft er geen belasting te worden betaald. Is het vermogen wel hoger dan het heffingsvrije vermogen? Dan betaalt de ondernemer alleen belasting in box 3 over het deel dat boven € 57.000 uitkomt.
Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen. Deze kortingen kunnen op de berekende inkomstenbelasting in de drie boxen in mindering worden gebracht. Dit zorgt ervoor dat ondernemers minder belasting en premies betalen. Of en voor welke heffingskortingen je als zzp’er in aanmerking komt, hangt af van het inkomen en de persoonlijke situatie.
Iedereen die belasting moet betalen, heeft recht op algemene heffingskortingen. In 2024 bedraagt het maximale bedrag van de algemene heffingskorting € 3.366. Vanaf een inkomen van € 24.839 wordt de korting met 6,638% afgebouwd. Bij een inkomen vanaf € 75.518 hebben ondernemers geen recht meer op de algemene heffingskorting.
Een ouder van een kind tot 12 jaar met een inkomen van minimaal € 6.074 zonder fiscaal partner of met een lager arbeidsinkomen dan de fiscale partner, heeft recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting. Het maximale bedrag van de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2024 verhoogd naar € 2.950 (€ 2.694 in 2023). Vanaf een inkomen van € 6.074 tot een inkomen van € 31.838 wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting als volgt berekend: 11,45% x (arbeidsinkomen – € 6.073). Boven € 31.838 is de IACK € 2.950.
Belastingplichtigen die de AOW-leeftijd hebben bereikt, hebben recht op ouderenkorting. De maximale ouderenkorting wordt verhoogd naar € 2.010 tot € 44.771 in 2024. Vanaf een verzamelinkomen van € 44.771 tot € 58.170 wordt de korting als volgt berekend: € 2.010 – (15% x (verzamelinkomen – € 44.770). Vanaf een verzamelinkomen van € 58.170 vervalt de ouderenkorting.
Ondernemers betalen een aangepast belastingtarief in box 1 over de eerste schijf wanneer ze de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Er is sprake van een drie tarievenstelsel. Zzp’ers die de AOW-leeftijd hebben bereikt, zijn namelijk geen AOW premies meer verschuldigd. Ze betalen dus minder premie voor de volksverzekeringen, waardoor het belastingtarief voor het gedeelte premie volksverzekeringen wordt verlaagd.
In de onderstaande tabel staat weergegeven wat voor schijf 1 het belastingtarief is voor de maand waarin de zzp’er de AOW-leeftijd bereikt in 2024.
Schijf 1 | |
---|---|
AOW-leeftijd bereikt in de maand | Percentage tot €38.139 |
Januari | 19,07% |
Februari | 20,56% |
Maart | 22,05% |
April | 23,54% |
Mei | 25,03% |
Juni | 26,52% |
Juli | 28,02% |
Augustus | 29,51% |
September | 31,00% |
Oktober | 32,49% |
November | 33,98% |
December | 35,47% |
In 2024 worden een aantal veranderingen doorgevoerd. Om als ondernemer goed en voorbereid aan het nieuwe jaar te kunnen beginnen, worden de veranderingen hieronder in het kort weergegeven.
Belastingaangifte doen kan ingewikkeld lijken, maar met een boekhoudprogramma kunnen ondernemers hun boekhouding eenvoudig zelf bijhouden. Een boekhoudprogramma biedt verschillende voordelen. Zo wordt er vaak hulp geboden bij de aangifte inkomstenbelasting. Op zoek naar een boekhoudprogramma? Dan is het goed de verschillende boekhoudpakketten met elkaar te vergelijken.
Eenvoudig de belastingaangifte vanuit de boekhouding beheren? Bekijk alle aanbieders en boekhoudprogramma’s en kies het beste boekhoudsysteem.
Vergelijk zelfIn 2024 mogen ondernemers net als in 2023 tot € 57.000 belastingvrij sparen. Tot dit bedrag hoeven ondernemers geen belasting te betalen over hun spaargeld en beleggingen.
In Nederland is er een progressief belastingstelsel. Dit betekent dat mensen met een hoger inkomen meer belasting moeten betalen. Het belastingstelsel is opgedeeld in drie boxen. In box 1 wordt belasting betaald over het inkomen uit werk en wonen. In box 2 gaat het over het inkomen uit aanmerkelijk belang. Ten slotte wordt er in box 3 belasting betaald over het inkomen uit sparen en beleggen. Box 1 en box 2 zijn daarnaast opgedeeld in twee belasting schalen. Wanneer een ondernemer met zijn inkomen in een hogere schijf belandt, moet hij over dat bedrag een hoger belastingtarief betalen.
Het is voor ondernemers niet alleen belangrijk om de belastingschijven en -tarieven te weten. Ook de MKB-winstvrijstelling is van belang. In 2024 is de MKB-winstvrijstelling 13,31%. In 2023 bedroeg deze vrijstelling nog 14,0%. Ondernemers moeten dus belasting betalen over een groter deel van de winst.